Deze route is ontwikkeld door It Fryske Gea.
Startpunt: De ingang van de Ryptsjerksterpolder aan de Westerdyk tussen Ryptsjerk en Gytsjerk is het klaphek bij het paneel.
Afstand: ongeveer 3,5 km
Gebied: Het natuurwandelpad door de Ryptsjerksterpolder
Markering: De route is aangegeven met rode paaltjes
Ryptsjerksterpolder
De uitkijkheuvel na honderd meter is een prachtig observatiepunt voor een weidse blik over de zomeren winterpolder met hier en daar broekbosjes en wilgenstruweel. De winterpolder wordt het hele jaar rond begraasd door Exmoorpony’s. Door het verschralen van de bodem is een gevarieerde vegetatie ontstaan. De zomerpolder staat tussen half oktober en half maart onder water en huisvest in die periode duizenden kolganzen, brandganzen en smienten. Het gebied krijgt in 2010 de definitieve status van Natura 2000 en is dan officieel aangewezen als belangrijk leefgebied voor bepaalde planten, dieren en vogels, zoals de grutto, de kiekendief en de rietzanger. Door het laten verruigen van het laagste land wordt een ideaal gebied gecreëerd voor de porseleinhoen. Dynamiek ontstaat door vernatten en indrogen van het land en het creëren van eilandjes, ideaal voor bijvoorbeeld de kluut.
Turend over de Ryptsjerksterpolder zien we aan de westkant, grenzend aan de plassen Sierdswiel, Houtwielen en Grutte Wielen de Binnemiede- en Weeshûspolder een kwetsbaar gebied met slechts een enkel pad. Behalve de grutto en tureluur broeden hier ook de zeldzamere soorten als watersnip, kwartel en de gele kwikstaart. In de Binnemiedepolder is een oude baltsplaats (arena) van de kemphanen. In het voorjaar voeren de kemphaanmannetjes hier schijngevechten uit om indruk te maken op de vrouwtjes. Uniek in deze polders is de Buismans einekaoi. Deze excursiekooi van It Fryske Gea is een natuurgebiedje op zich. Door de ligging op de overgang van zand naar veen heeft de eendenkooi een rijke gevarieerde begroeiing. Op de dikke strooisellaag groeien talrijke soorten paddenstoelen. Ook de boven- en ondergroei zijn door de verschillende grondsoorten zeer gevarieerd. Het specifieke maaibeheer leidde op bepaalde plekken zelfs tot de groei van zwarte zegge, zompzegge en snavelzegge. Het kooibos is een broedplaats
voor soorten als boomvalk, tuinfluiter, sportvogel, zwartkop en braamsluiper.
Wandelen door het afwisselende landschap van De Trynwâlden betekent helaas geen lange wandeling aan één stuk. Daarvoor liggen de natuurgebieden te ver uit elkaar, alleen de combinatie Bouwepet en Ottema Wiersmareservaat is een prima optie, eventueel gcombineerd met de Ryptsjerksterpolder. Op verschillende plekken zijn observatiepunten en vogelkijkhutten.
Voor meer informatie over de natuurgebieden van It Fryske Gea: Ga naar de website.