Deze wandelroute is ontwikkeld door Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen.
Startpunt: parkeerplaats aan de Kallenbroekerweg, Barneveld
Afstand: ongeveer 3 km
Markering: De route wordt met rode markeringen aangegeven.
Honden: Aangelijnd toegestaan.
Toegankelijkheid: Het gebied is opengesteld voor wandelaars en fietsers op wegen en paden, van zonsopkomst tot zonsondergang.
Begaanbaarheid: Klein Bylaer is niet geschikt voor minder validen en kinderwagens. Vanwege de modderige paden is het aan te bevelen stevige wandelschoenen of laarzen aan te trekken.
Openbaar vervoer: Niet bereikbaar met het openbaar vervoer.
Eigen vervoer: Neem de A12 (Arnhem – Utrecht). Ga op knooppunt Maanderbroek de A30 op richting Lunteren. Neem na ca. 15 km afslag Industrieterrein Harselaar (afslag 5). Ga na 300 meter linksaf op de Thorbeckelaan. Daarna linksaf de Otelaarseweg op en vervolgens linksaf de Kallenbroekerweg op.
Algemeen
Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen heeft Klein Bylaer is in 1981 verworven van de familie Van Hoogstraten-De Geer. Het gebied is 84 ha groot en zeer gevarieerd; bos, heide, water, weilanden, akkers en houtwallen wisselen elkaar af. Door de vele overgangen tussen laag en hoog, arm en rijk en nat en droog komen er veel verschillende planten- en diersoorten in het gebied voor.
Geschiedenis
Waarschijnlijk werd het gebied rond Klein Bylaer vanaf het eind van de middeleeuwen ontgonnen. Bodem en water bepaalden waar boerderijen, akkers en graslanden kwamen. Wat er nu rond Klein Bylaer te zien is, is een landschap waarin de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Alle elementen van een historisch boerenbedrijf zijn nog aanwezig: boerderij, akkers, graslanden, heide, bossen en het oorspronkelijke waterbeheersingsstelsel.
Zonnedauw en groene kikkers
Het heideperceel links was voorheen bos. Na het kappen van de bomen en het plaggen van de grond is nu een heideterrein ontstaan met dopheide, struikheide, moeraswolfsklauw, pijpenstrootje en zonnedauw. Zonnedauw is een vleesetend plantje. Zijn Latijnse naam is Drosera rotundifolia. De geslachtsnaam komt van het Griekse woord drosos dat dauw betekent en dat slaat op de kleverige druppeltjes die tussen de bladharen zitten en die voor dauw werden aangezien. Het perceel rechts was voorheen weiland. Ook hier is de grond afgeplagd. Het is nu een fraaie plas geworden, waarin onder andere waterviolier groeit. Waterviolier heeft niet alleen mooie bloemen, maar het is ook een uitstekende zuurstofleverancier en vissen schieten graag kuit tussen de bladeren. Ook amfibieën, zoals de kleine watersalamander en de groene kikker, zijn volop in de plas aanwezig. Op warme lenteavonden kunt u hier genieten van concerten door honderden kikkers.
Elzenhakhout
Links ziet u elzenhakhout. De stammen worden eens in de twaalf jaar laag afgezaagd, waarna de stobben weer uitlopen met meerdere nieuwe stammen. Vroeger werd het hout met name gebruikt door bakkers, als brandhout voor hun ovens. Wij streven naar het behoud van hakhout als waardevol cultuurhistorisch element. Daarnaast is het belangrijk voor veel verschillende vogelsoorten,
insecten, varens en mossen.
Vloeiweide
Het weiland links is een voormalige vloeiweide. Het vloeiweidesysteem werd vroeger gebruikt om meer grasopbrengst te krijgen. Met hoge wallen om de weilanden. Door middel van sloten en greppels liet men de graslanden onderlopen. Doordat er wallen omheen lagen, kon het water niet wegstromen. Op deze manier werd het water in de weilanden vastgehouden. Na één of twee dagen werd het water weer van het land gelaten, waarbij minerale deeltjes achterbleven. Ook waren inmiddels schadelijke insecten in de bodem verdronken. Hierdoor groeide het gras beter.
Bosbeheer
In het bos op Klein Bylaer staan vrij veel douglassen, een geïmporteerde boomsoort, die van oorsprong niet in Nederland voorkomt. De douglas is erg concurrentiekrachtig. Dit wil zeggen dat hij inheemse soorten zoals berk en lijsterbes verdringt. Wij beogen op Klein Bylaer daarom naar geleidelijke omvorming van uitheems bos naar inheems bos. Natuurlijke ontwikkelingen en processen krijgen hierbij zoveel mogelijk de ruimte. Op den duur zal de douglas hier grotendeels verdwijnen. Let op: onderweg komt u over een houten brug; deze kan glad zijn.
Weilanden
De weilanden die u hier ziet zijn verpacht. Er wordt rogge en haver verbouwd. De pachter gebruikt de oogst voor zijn eigen vee.
Heidebeheer
Dit stuk is van oudsher al heide. Deze wordt in stand gehouden door steeds plek voor plek te plaggen. Bij plaggen wordt de voedselrijke bovenlaag van de bodem afgegraven. Heide heeft namelijk voedselarme grond nodig om goed te kunnen gedijen.
Reeën
Met name ‘s ochtends maakt u grote kans om in het weiland links reeën te zien. De ree is de kleinste hertensoort in Nederland. Hij komt voor in alle provincies. Het dier is een echte snoeper en eet grotendeels kruiden en jonge scheuten van loofbomen.
Houtsingel en vogels
Links ziet u een houtsingel. Er groeien soorten als zwarte els, berk, lijsterbes en kamperfoelie. De singel wordt als hakhout beheerd; om de paar jaar worden de stammen laag afgezaagd, om vervolgens weer opnieuw uit te lopen. Het struweel biedt een prima nestplaats voor kleine vogelsoorten zoals heggenmus en winterkoning. Sluit u tijdens de wandeling door dit gebied uw ogen eens en luister naar de vogels. Naast meer algemene soorten als heggenmus en winterkoning komen op Klein Bylaer ook de boompieper, geelgors, winterkoning, ransuil en de dodaars (vennen) voor.
Vloeiweide
Links ziet je een hoge wal; deze heeft ook onderdeel uitgemaakt van een voormalig vloeweidesysteem.